Nederland staat voor een enorme opgave. Tot en met 2030 moeten er 900.000 woningen bijkomen. Woningen die betaalbaar zijn, gezond voor de mens en goed voor de planeet. Maar hoe gaan we dat doen gelet op de groeiende uitdagingen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en energie? Een gesprek met Rob van Muilekom en Arjan Ton over het convenant Duurzame Woningbouw dat de provincie Utrecht, Metropoolregio Amsterdam (MRA) en regionale partners opstelden.
Snel naar
-
Arjan Ton
Arjan Ton is directeur en mede-eigenaar van Bolton Groep, een familiebedrijf dat gespecialiseerd is in ontwikkeling, bouw en vastgoed met duurzaamheid en kwaliteit als vaste waarden. Samen met gedeputeerde Rob van Muilekom zit hij in een bestuurlijke kerngroep die opdracht gaf voor het ontwikkelen van een convenant om sneller, goedkoper en duurzamer te kunnen bouwen.
-
Rob van Muilekom
Rob van Muilekom is gedeputeerde Binnenstedelijke Ontwikkeling en Wonen van de provincie Utrecht. Net als Arjan Ton is Rob lid van de bestuurlijke kerngroep die opdracht gaf voor het ontwikkelen van een convenant om sneller, goedkoper en duurzamer te kunnen bouwen.
Dit convenant is een goed handvat om bewust keuzes te maken.
Arjan Ton: ‘Het is een uitdagend vraagstuk, maar er zijn oplossingen. Daarover moeten afspraken gemaakt worden. Die afspraken staan in dit convenant. Het is een mooi integraal stuk geworden, waarin alle thema’s die verband houden met duurzaam bouwen aan bod komen.’ Met het opstellen ervan zijn de provincie Utrecht en MRA in 2021 gestart op verzoek van de markt. Rob van Muilekom: ‘We hebben toen tegen elkaar gezegd: we willen binnen een jaar een serieuze aanzet hebben gegeven om tot een convenant te komen, want waar we echt vanaf moeten is dat bij elke gemeente bij elk project weer iets nieuws moet worden bedacht.’
Ton: ‘Wat we nodig hebben zijn heldere uitgangspunten, voorspelbaarheid en eenduidigheid in regelgeving: kortom een goed handvat om bewust keuzes te maken. En dat is dit convenant, vooral vanwege de integraliteit en de samenhang tussen de thema’s. Dat is belangrijk, want je kunt je euro maar een keer uitgeven. Bij tenders is dat prima geregeld en weet je waar je aan toe bent. Maar bij private ontwikkelingen met een ongelijk speelveld is dat lastig. Dan moet je kijken of je wel een gezonde investering doet. Want enerzijds mis je een kans omdat jij ambities wel inrekent terwijl je collega’s het Bouwbesluit voldoende vinden als uitgangspunt. Anderzijds wil je dat áls je een locatie op risico aankoopt, de overheid niet doorschiet in het opeenstapelen van ambities waardoor een ontwikkeling onhaalbaar wordt. Met dit convenant voorkomen we dergelijke situaties: gelijke regelgeving, één toetsingskader.’
Ook voor opdrachtgevers is het convenant een prettig houvast. Van Muilekom: ‘Sommige partijen ontbreekt het aan deskundigheid en capaciteit om een goede uitvraag doen. Dit convenant voorziet hierin en ontzorgt. Het bevat allerlei standaarddocumenten die je op weg helpen.’
We moeten er met elkaar voor zorgen dat het nastreven van het doel van het convenant werkbaar en vooral haalbaar blijft.
Er staan ook indicatoren en een afwegingskader in. Hoe die in de praktijk uitpakken is even de vraag. Ton: ‘Misschien lopen we straks wel steeds tegen bepaalde zaken aan. Dan moeten we kijken hoe we dit kunnen voorkomen. En dat is het mooie van dit convenant: we gaan jaarlijks evalueren. Checken hoe zaken zich ontwikkelen, of we met die indicatoren nog op de goede weg zitten. Want we begeven ons op onbekend terrein. Het is een dynamisch gebeuren van voortdurend evalueren en aanpassen. Het is een puzzel die we samen moeten leggen. We moeten er met elkaar voor zorgen dat het doel dat we met dit convenant nastreven werkbaar en vooral haalbaar blijft.’
Nog een interessante kwestie. Hoe voorkomen we dat vanuit een gemeente iedere afdeling die betrokken is bij een woningbouwproject zegt: we gaan voor een tien, voor het hoogst haalbare, terwijl dit voor de markt niet te doen is. Ton: ‘Het is een spel, waarbij de markt haar denkkracht moet inzetten. Natuurlijk kijk je per project, per locatie wat er mogelijk is. Maar waar het uiteindelijk om gaat is dat je samen kijkt hoe je maximale impact in een project kunt bereiken.‘
Als we niet voor elk project iets nieuws hoeven verzinnen kan de kostprijs omlaag
Betaalbaarheid is daarbij wel een belangrijke factor. Ton: ‘Bij een tender draait het om de ambitie, maar bij private ontwikkelingen wordt dit een issue. Durft de markt dan alle kosten door te rekenen? Het zou wel helpen als je die voor een deel door kan rekenen. Wat ook helpt: als dit convenant massaal omarmd wordt. Zoveel te meer partijen meedoen, des te groter de impact op het werkveld. Als we niet voor elk project iets nieuws hoeven te verzinnen kan de kostprijs omlaag. Bovendien ontstaan er kansen voor nieuwe subsidiemogelijkheden. Maar het is hoe dan ook een zoektocht. De markt heeft ook eerst jarenlang moeilijk gedaan over de EPC-norm. Terwijl we het nu de normaalste zaak van de wereld vinden om mee te werken. Omdat het regelgeving werd. Ik bedoel maar. We hebben nog acht jaar de tijd om toe te werken naar energieneutrale woningbouw. Lichte dwang en de juiste prikkels helpen soms. Maar het belangrijkste is dat markt, overheid, corporaties, waterschappen dit samen oppakken.’
Om goede voorbeelden op te halen en lessen te leren, is er behoefte aan experimenteerruimte. En dat vraagt om deskundigheid en geld. Van Muilekom: ‘Willen we straks de aantallen halen die minister Hugo de Jonge voor ogen heeft, dan zullen we moeten investeren in en experimenten met woningen die van de fabrieksband aflopen.’ Ton: ‘Om zo’n fabriek in de lucht te houden moet je gauw zo’n 2000 – 4000 woningen per jaar van de band laten lopen. Een hele uitdaging. Maar het is waarschijnlijk wel de manier waarmee je versnelling teweeg brengt en massa maakt.
Alleen het Rijk ontbreekt nog
In Den Haag buigen ze zich ook over duurzaam en sneller bouwen, weet Van Muilekom. Minister Hugo de Jonge wil hier afspraken over maken en die optrekken naar een niveau hoger dan het Bouwbesluit. Ton: ‘Prima, maar ik hoop wel dat hij beseft dat wij tijd hebben geïnvesteerd in dit convenant, wij hebben dingen laten uitzoeken, van onderop naar boven gewerkt om het op de rails te krijgen. Het kan niet zo zijn dat dit in de prullenbak verdwijnt. Volgens mij is het de hoogste tijd dat deze twee werelden bij elkaar komen. Misschien dat het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) ons convenant kan ondertekenen?’ Daar sluit Van Muilekom zich bij aan: ‘Want of je nou van Bolton bent, of voor een provincie of gemeente werkt: we hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen. Alleen het Rijk ontbreekt nog. Het zou fijn zijn als ze aanhaken, dan maken we van ons convenant de landelijke norm. En dan gaan we echt die noodzakelijke versnelling creëren waar onze planeet zo’n behoefte aan heeft.’
29 september: ondertekening convenant Duurzame Woningbouw
Teken voor een volhoudbare, duurzame toekomst voor Nederland. Teken op donderdag 29 september het convenant. Doe mee en stuur een mail naar marrit.van.der.schaar@provincie-utrecht.nl.