Naar aanleiding van de toekenning van de flexpoolsubsidie gingen we in gesprek met wethouder Engbert Stroobosscher van de gemeente Veenendaal. Hoe heeft de subsidie geholpen bij de transformatie van de Tuinstraat? Welke uitdagingen kwamen ze tegen? En wat kunnen andere gemeenten hiervan leren? De wethouder deelt zijn ervaringen over samenwerking, collectieve ontwikkeling en de impact van de flexpoolsubsidie op dit ambitieuze project.

Als wethouder Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van de gemeente Veenendaal ben ik dagelijks bezig met ruimtelijke ontwikkelingen. Met mijn ervaring als ambtenaar en inmiddels ruim acht jaar als wethouder, weet ik hoe belangrijk het is om niet alleen plannen te maken, maar ze ook daadwerkelijk uit te voeren. De transformatie van de Tuinstraat is hier een perfect voorbeeld van.
De Tuinstraat, nu vooral een distributieroute met achterkanten van winkels en parkeerterreinen, heeft veel meer potentie. In plaats van slechts een klein deel te herontwikkelen, hebben we besloten de hele straat aan te pakken en om te vormen tot een levendige woon- en stadsstraat met 400 tot 500 nieuwe woningen, waarvan 67% betaalbaar. "We willen de achterkant van de winkelstraat een nieuwe impuls geven door deze te verfraaien en te combineren met woningbouw. De Tuinstraat biedt een prachtige kans om een harmonieuze mix van wonen en winkelomgeving te creëren”.

Flexpoolsubsidie als aanjager
Een project van deze omvang brengt veel uitdagingen met zich mee. De openbare ruimte is van de gemeente, maar de huidige panden en percelen zijn in particulier bezit. Hoe stimuleer je intentie tot ontwikkeling? Hoe zorg je voor samenwerking tussen eigenaren? En hoe bepaal je of het financieel haalbaar is?
Om deze vragen te beantwoorden, hebben we flexpoolsubsidie aangevraagd. Dit gaf ons de mogelijkheid om externe experts in te schakelen. Op advies van de provincie deden we dit gefaseerd. “Je kunt niet alles in één keer overzien, daarom vroegen we per fase aan wat op dat moment nodig was.”
Eerst werd een kwartiermaker aangesteld om met eigenaren in gesprek te gaan en samenwerkingen te stimuleren. Dit bleek een groot succes. Veel eigenaren ontdekten pas door deze gesprekken wat de mogelijkheden waren voor hun panden. Verder is een supervisor aangesteld die niet alleen de algehele kwaliteit bewaakt, maar ook initiatiefnemers helpt om hun plan te vormen binnen de gestelde kaders. Vervolgens hebben we met flexpoolsubsidie een bureau aangetrokken om samen een omgevingsplan op te stellen, omdat hiervoor binnen de gemeente onvoldoende capaciteit was.

Flexpool voor de verdere ontwikkeling
We blijven de komende jaren inzetten op een organische ontwikkeling, waarbij eigenaren zoveel mogelijk zelf mee ontwikkelen. Als dat niet lukt, kan de gemeente panden aankopen. Ook daarvoor zal externe expertise nodig zijn – een logische volgende flexpoolaanvraag.
Meer dan alleen financiering
Wat voor mij als wethouder het belangrijkste is? De flexpoolsubsidie gaat niet alleen om geld, maar vooral om samenwerking met de provincie. “Het persoonlijk contact en het meedenken met elkaar maken echt het verschil. Dit is hoe we samen tot succesvolle gebiedsontwikkeling komen.”
Oproep aan andere gemeenten
Ik wil andere gemeenten oproepen om met hun provincie in gesprek te gaan over de mogelijkheden van de flexpoolsubsidie. Het biedt niet alleen financiële ondersteuning, maar vooral een kans om samen complexe ruimtelijke uitdagingen aan te pakken. De Tuinstraat laat zien hoe waardevol dat kan zijn!